P
SS Prins Alexander PQRJ Augustus 1881 – ? 1901.
(foto van een kaart).
SS Prins Alexander. PQRJ. Augustus 1881 – ? 1901.
Bouworder: 1881, John Eelder & Co., Glasgow, f.954.000,-.
Afmetingen: 350,0′ (106,68) x 39,4 (12,01) x 21,2’/30,8′ (6,46/9,40).
Meting: 3.052(b); 2.209(n); 3.000(D); 1.228(bs). In 1888; 2.978(b); 1.905(n).
Machines: 2 x DS6?; John Eelder & Co., Glasgow, 2 cilinder CM.
Verm./Snelh.: 1.800 ipk; 1 schroef, 12kn.
Bunkers: 868K/33.
Type: Mailschip; HDK, TDK en SPRDK, 3 Luikhoofden en 6 waterdicht schotten.
Accommodatie: 60(I), 30(II), 70(M), 69(B).
Uitrusting: 3 Masten, waarvan de voorste dwars getuigd met 3 ra’s en bovendien een grootzeil, de beide anderen alleen langs getuigd; 34 mast topzeilschoener.
Proefvaart: Augustus 1881.
Oplevering: Augustus 1881.
Eerste reis: 22 October 1881 Naar Nederlandsch Indië.
Het schip werd vern0oemd naar de toenmalige Kroonprins Willem Alexander(1851-1884). Kort nadien werd de schoorsteen verlengd. In 1900 uit de vaart genomen en verkocht aan G.B. Lavarello fu Pietro te Genua. Als SS Aurelia en in Augustus 1904 voor de sloop verkocht.
SS Prins van Oranje Juli PQNL 1871 – Juli 1900.
SS Prins van Oranje Juli PQNL 1871 – Juli 1900.
Bouworder: Mei 1870; John Elder & Co., Glasgow.
Bouwnummer: 131.
Aanbestedeing: F.930.000,-.
Afmetingen: 320.0′(97,54) x 39,5′(12,04) x 21,2’/29,3′(6,46/8,93).
Meting: 2.789(b); 1.901(n); 2.850(D); ..(bs). In 1875: 3.018(b); 2.144(n); 3.245 ton (D); 966(bs).
Machines: 2xDS6; John Eldere & Co., Glasgow, 2 cil. CM.
Verm./snelh.: 1.750 ipk; 1 schroef, 10kn.
Bunkers: 1.62K/25.
Type: Mailschip; HDK, TDK? en SPRDK, 6 compartimeneten, 3 luikhoofden.
Accommodatie: 90(I), 36(II), 300(M), 69(B). 1n 1875: 53(I) in 23 hutten, 36 (II), 300(M).
Uitrusting: Drie masten,waarvan de voorste dwarsgetuigd met drie ra’s en bovendien een langszeil. De andere 2 masten alleen langsgetuigd. Driemast topzeilschoener.
Te water: 04-05-1871.
Oplevering: Juli 1871.
Eerste reis: 1 Augustus 1871 van Den Helder naar Nederlands Oost Indië. Aankomst Batavia 10 September 1871. In 1875 werd de passagiersaccommodatie verwijderd en 1 dek hoger op kleinere schaal herbouwd. De originele vrachtcapaciteit werd tegelijk vergroot met 200 last. Op 14 November 1881 nam het schip op thuisreis te Point de Galle(Cylon) een twintigtal schipbreukelingen van het op 5 November gezonken SS Koning der Nederlanden aan boord. De geredden hadden 32 dagen in een kleine reddingboot door gebracht. In 1893 kwam het schip in vrachtdienst bij de SMN nadat het dekhuis achterop gedeeltelijk was verwijderd en verder de gehele passagiersaccommodatie was uitgebouwd. In Juli 1900 werd het schip voor F 93.000,- verkocht naar Italië aan G.B. Lavarellofu Pietro, Genua en herdoopt in SS Maria. Het schip werd gebruikt voor kolenvervoer. In Juli 1903 verkocht en gesloopt bij Fratelli Bruzzo, Genua.
SS Prins Frederik 02-1882 t/m 25-06-1890 PQRJ.
Helaas heb ik nog geen afbeelding van het schip in mijn bezit.
SS Prins Frederik 02-1882 t/m 25-06-1890 PQRJ.
Bouworder: 1881 bij John Elder & Co., Glasgow.
Prijs: fl. 954.0000,-
Afmetingen: 350,0″(106,68) x 36,4″ (12,01) x 21,2/30,8(6,46/9,40).
Meting: 3.070(b); 2.063(n); 3.000(D); 1.248(bs),. In 1888: 2.997(b); 1.990(n).
Vermogen./Snelheid: 2.000 ipk; 1 Schroef, 11,5 kn.
Uitrusting: Drie masten, waarvan de voorste dwarsgetuigd met drie ra’s en bovendien een grootzeil, de beide andere masten alleen langsgetuigd. Driemast topzeilschoener.
Op levering : Februari 1882.
Het schip werd vernoemd naar Prins Frederik (1797-1881) de broer van Koning Willem II. Op 25 Juni 1890 onderweg van Southampton naar Gibraltar in dichte mist in de Golf van Biskaje gezonken na een aanvaring met het Britse SS Marpessa. Hierbij kwamen zeven opvarenden om het leven.
Mooi stukje in de Telegraaf van 16 Juni 1999 over de ramp met de SS Prins Frederik en de bergings poging van de lading van 400.000 zilveren rijksdaalders.
SS Prins Hendrik III PQNG ?? October 1890 – ?? October 1907.
SS Prins Hendrik III PQNG ?? October 1890 – ?? October 1907.
Bouwopdracht: Caird & Co. Ltd, Greenock.
Bouwnummer: 260.
Aanbesteding: f.1.051.000,-.
Meting: 3.630(b); 2.592(n); ….(D). In 1907: 3.528(b); 2.256(n); 2.877(D); 1.512(bs).
Machines: 2xDS5; Caird & Co.Ltd, Greenock, 3 cilinder TE machine.
Verm./Snelheid: 2.500ipk; 1 schroef, 12,5 kn.
Bunkers: 761 K/40.
Type; Mailschip: HDK, 2xTDK, 3 Luikhoofden.
Accomm.: 561e-, 28 2e-, .. M-, ..B-klasse. Later 56 1e-, 28 2e, 40 M-, 68 B-klasse.
Uitrusting: Drie masten, waarvan de voorste dwarsgetuigd met drie ra’s en bovendien een langszeil. Beide ander masten alleen langs getuigd. Driemast Topzeilschoener; 4 HK.
Stapelloop: 13 September 1890.
Proefvaart: ?? October 1890.
Oplevering: ?? October 1890.
Op 8 November 1890 vertrok het schip voor haar eerste reis. In October 1907 werd het verkocht naar Duitsland aan Diedrichsen, Jebsen & Co., Hamburg en herdoopt in SS Erna. In 1911 verkocht naar Engeland aan Murray & Grawford Ltd., Glasgow. Op 28 Februari 1912 werd het schip vermist toen het op weg was van Glasgow naar St. John’s, Newfoundland. Naar later bleek, ids het schip pas op 6 Maart 1912 vergaan op de Atlantische Oceaan op 48o 13’NB en 40o 44’WL.
MS Poelau Roebiah PQJN/PGTX 4 December 1928 – 6 Juli 1943.
MS Poelau Roebiah PQJN/PGTX 4 December 1928 – 6 Juli 1943.
Bouwopdracht: 27 Juli 1927. NV Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, Rotterdam.
Aanbesteding: f. 4.097.110,-.
Bouwnummer: 144.
Afmetingen: 490,0′(149,36) x 6,10′(18,59) x 36,8′(11,20).
Meting: 9.251(B); 5.657(n); 10.794(D); 556.236cft.(bs); 643.645cft. (gs); 1.300(k/v); 964(DT).
Machines: Gebr. Sulzer AG, Winterthur, 2tew 8 cilinder dieselmotor.
Bunkers: .541 DO/28.
Type: Vrachtschip met passagiersaccommodatie; HDK, 2xTDK, 6 luikhoofden.
Accomm.: 34 en in 1937 57 passagiers, 1.000(M), 65/87(B), accommodatie voor pelgrims.
Uitrusting: 6 EK(3).
Kiellegging: 29 October 1927.
Tewaterlating: 11 Augustus 1928.
Proefvaart: 3 December 1928.
Oplevering; 4 December 1928.
Het schip werd vernoemd naar het eiland Roebiah dat iets westelijk van Sabang ligt en is ontworpen nat als het MS Poelau Laut, het
MS Poelau Bras en het MS Poelau Tello ontworpen door ir. H.N.Prins. Op 12 December 1928 vertrok het schip voor haar eerste reis naar Java van Hamburg en van 22 December van Amsterdam. In 1940 werd het schip ingezet op de Java Pacific Lijn en werd voornamelijk in gezet voor de Britse oorlog industrie. In 1941 werd met voorrang een 4-inch kanon geplaatst. Op 6 Juli 1943 om 14.00 uur voer het schip in konvooi van Bombay naar New York toen het in de Caribiean zuidelijk van Cuba op 17o 56NB en 75’o 57’WL werd getorpedeerd door de Duitse onderzeeboot U759 waardoor een deel van het waterdichte schot tussen tunnel en machinekamer werd weggeslagen. Snel liep ruim VI vol en kwam met grote kracht het water de machinekamer binnen. Een uur later zonk het schip waarbij 2 opvarenden het leven lieten. Tijdens WOII had het schip al 190.000 zeemijlen afgelegd.
Omgekomen zijn:
P.J.van den Oever; Kwartiermeester
G.A.M.Geysen; Matroos
SS Prinses Sophie PQRD Augustus 1890 – October 1907.
SS Prinses Sophie PQRD Augustus 1890 – October 1907.
Bouworder: ? 1889 Caird & Co., Ltd., Greenock.
Bouwnummer: 259.
Aanbesteding: f.1.056.000,-
Afmetingen: 109,73m (360,0′) x 13,11m (43.0) x 8.86m (29,1′)
Meting: 3.580(b); 2.557(n); ? (D). In 1897: 3.596(b); 2.581(n); ? (D). In 1907: 3.510(b); 2.249(n); 2.857(D); 1.491(bs).
Machines: 2xDS6; Caird & Co., Ltd, Greenock, 3 cil. TE Machine.
Verm./Snelh.: 2.500 ipk; 1 Schroef; 12,5kn.
Bunkers: 761 K/40.
Type: Mailschip; HDK, 2xTDK, 3 Luikhoofden.
Accomm.: 56 1eKlasse, 28 2e Klasse. Later 60 1e Klasse, 24 2e Klasse, 60 M-Klasse, 68 B-Klasse.
Uitrusting: Drie masten, waarvan de voorste dwarsgetuigd met drie ra’s en bovendien een langszeil, de beide anderen alleen langs getuigd; drie mast topzeilschoener.
Stapelloop was op 19 Juli 1890 en in Augustus 1890 werd er proefgevaren en werd het schip opgeleverd. Het schip werd vernoemd naar Prinses Sophie (1824 – 1897), de zuster van Koning Willem III. De eerste reis ving aan op 27 September 1890. In October 1907 werd het verkocht naar Duitsland aan Diedrichsen, Jebsen & Co., Hamburg en herdoopt in SS Ella. In 1913 of 1914 verkocht naar Turkije aan R.Contean, manager Gumuschain te Constantinopel, en herdoopt in SS Ceyhun, als marineschip voor de Turks-Duitse vloot. Op 7 Juni 1914 getorpedeerd door de Britse onderzeeër E11 bij Morissa-bank in de Zee van Marmara en gezonken.
Mooie briefkaart verstuurd van het SS Prinses Sophie op 2 Mei 1898.
Nog een briefkaart verstuurd van af het SS Prinses Sophie
op 9 September 1895.
MS Poelau Tello PQKF/PGUB 19 December 1929 – 27 Januari 1942.
MS Poelau Tello PQKF/PGUB 19 December 1929 – 27 Januari 1942.
Bouworder: 27 Juli 1927 NV Koninklijke Mij “De Schelde”, Vlissingen.
Bouwnummer: 185.
Aanbesteding: f.3.882771,-.
Afmetingen: 149,6 x 18,59 x 11,20 m.
Meting: 9.272(b); 5.661(n); 10.798(D); 547,619cft.(bs); 644,175cft.(gs); 964(DT).
Machines: Gebr.Schulzer AC, Winterthur, 2tew 8 cilinder dieselmotor.
Verm./snelh.: 7.040 epk; 1 schroef, 14,5kn.
Bunkers: 1.541 DO/28.
Type: Vrachtschip met passagiersaccommodatie; HDK, 2 xTDK, 6 luikhoofden.
Accommodatie: 51 passagiers, 1.000(M), 66(B), accomm. voor pelgrims, In 1937: 54 passagiers en 37 tussendak passagiers, 1.00 (M), 65(B).
Uitrusting: 6EK (3).
Kiellegging: 22 Maart 1928.
Te waterlating: 30 Augustus 1929.
Proefvaart: 19 December 1929.
Oplevering: 29 December 1929.
Het schip werd vernoemd naar één van de Bandoe eilanden in de Indische Archipel. Het werd ontworpen door Ir. H.N.Prins. Eerst voor het enige tijd op de Java – New York Lijn. In het begin van de oorlog werd het MS Poelau Tello ingezet ten behoeve van de Britse oorlog industrie. In 1941 kreeg het een 4 Inch kanon gemonteerd. In die periode legde het schip 115.000 zeemijlen af. Op 27 Januari 1942 bestaat de lading bestaat uit 12.000 ton rubber en is bestemd voor Amerika. Daarom zijn ook Amerikaanse vrouwen en hun kinderen aan boord. Het schip ligt afgemeerd in Emmahaven, nabij Padang om nog meer rubber mee te nemen. Plotseling verschijnen zeven Japanse bommenwer-pers en vallen havenloodsen en schip aan. Na een tweede aanval geeft men bevel dat alle passagiers het schip onmiddellijk moeten verlaten. Het grootste deel de bemanning is dan al op eigen gelegenheid van boord gegaan. Tenslotte moeten ook de kapitein met zijn mensen van het schip af. Even later krijgt het schip enkele voltreffers en vliegt over de gehele lengte in brand. Het wordt van de kade weggesleept en in de havenkom aan de grond gezet. Daar brandt het geheel uit. Niemand komt bij dit bombardement om het leven. Na de oorlog lag het uitgebrande schip nog in de baai.
Een mooi blad uit een fotoalbum met 2 losse foto’s.
Vertrek van Jan naar Indië 9 Mei 1931.
Prachtige menu kaart ter gelegenheid van het Huwelijk van
H.K.H. Prinse Juliana en Z.D.H. Prins Bernhard.
Uitgebrand en gezonken in Emmahaven na een bombardement op 27 Januari 1942.
Het wrak gefotografeerd in 1956 door bootsman W.A.Jelterma. Bericht uit “Het SMN Nieuws”van Augustus 1956.
MS Poelau Bras 18 Juli 1929 – 7 Maart 1942.
MS Poelau Bras 18 Juli 1929 – 7 Maart 1942.
Bouworder: 184. 27 Juli 1927 Bij de NV Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen.
Aanbesteding: F 3.950.009,-.
Afmetingen: 149,36 x 18,59 x 11,20 m.
Machines: Gebr. Sulzer AG te Winterthur. 2tew 8 cilinder dieselmotor.
Verm/Snelh: 7.40 epk. 1 Schroef. 14,5 kn.
Type: Vrachtschip met passagiersaccommodatie.
Accommodatie: 51 passagiers. 1.000 (M), 66 (B) voor pelgrims. In 1936 56 passagiers. 1.000 (M), 66 (B) voor pelgrims.
Kiellegging: 26 September 1927.
Stapelloop: 3 April 1929.
Proefvaart/Oplevering: 18 Juli 1929.
Het schip werd vernoemd naar een van de Mapia eilanden in de Indische Archipel, ten noorden van de Vogelkop van Nieuw Guinea. Ir. H. Prins was de ontwerper van het schip. Het MS Poelau Bras werd voornamelijk ingezet voor het vervoer van materiaal voor de Britse oorlogsindustrie en kreeg in 1941 een 4 Inch kanon geplaatst.
Op 27 Februari 1942 wist het MS Poelau Bras onder commando van Kapitein P.G.Crietee veilig de haven van Tjilatjap te verlaten. Op 4 Maart bereikt ze de Wijnkoopsbaai op Java. Op 6 Maart komt er een afdeling van 100 man van de Koninklijke Marine aan boord waaronder de waarnemend Commandant Zeemacht J.J.A. van Klaveren. Het MS Poelau Bras was terug geroepen om de marinetop te evacueren. Daarnaast komt er nog een grote groep personen aan boord waaronder 28 topfunctionarissen van de B.P.M. en bemanningen van Shell en andere S.M.N.-schepen die al eerder getroffen waren of hun schepen zelf tot zinken hadden gebracht. Het MS Poelau Bras had slechts accommodatie voor 56 passagiers en de chaos aan boord is dan ook groot. Het MS Poelau Bras was bewapend met aan stuur- en bakboord een Bofors-machinegeweer in een geschutskoepel en op het achterschip een 4-inch kanon.
De machinekamer werd gemaand om maximaal vermogen te leveren om zo snel uit de gevarenzone te komen.
Men veronderstelde dat het MS Poelau Bras rond het middaguur uit het actieradius gebied zou zijn van de Japanse vliegtuigen. Alle bewapende posten waren bezet. Om 10.30 uur verscheen een verkenningsvliegtuig. Om 11.40 uur verschenen er duikbommenwerpers boven het MS Poelau Bras die de aanval inzetten. In totaal voerden 12 vliegtuigen verdeeld in drie formaties de aanval uit. Ontvluchten was een onmogelijke taak een bom raakte een sloep aan stuurboord en ontplofte op de waterlijn ter hoogte van de machinekamer. Er ontstond een gat en water stroomde de machinekamer in waardoor de Sulzer-motor afsloeg. Als een weerloos slachtoffer dreef ze rond zwaar bestookt door de duikbommenwerpers. Een voltreffer sloeg recht in de schoorsteen en brand brak uit. Het tegenvuur had weinig effect op de aanvallende vliegtuigen.
De kapitein gaf order het schip te verlaten waarna hij alleen achter blijft op de brug. Door het aanhoudende mitrailleurvuur van de bommenwerpers durven velen niet via de sloepen van boord te gaan maar springen overboord. Toen de vliegers van de Japanse bommenwerpers begrepen dat het schip ten onder zou gaan begonnen ze de reddingssloepen te beschieten die gestreken werden. Ik mag veronderstellen dat men op de hoogte was dat een deel van de marinestaf aan boord was. Uiteindelijk werden vier van de zeven sloepen vernietigd en konden er slechts drie gestreken worden evenals twee vlotten.
Toen deze sloepen nog maar enkele honderden meters van het MS Poelau Bras verwijderd waren verhief ze zich rechtstandig en zonk snel over de achtersteven weg op 10o 00″ZB en 105o 00″OL .
Het aantal slachtoffers was slechts bij benadering aan te geven en werd geschat op 240 tot 300 opvarenden. In de drie sloepen bevonden zich 116 overlevenden. Na acht dagen van ontbering, licht gekleed in de brandende zon, karig waterrantsoen en ontstekingen door overkomend zeewater bereikten ze een klein eiland waar voor de branding voor anker werd gegaan. Op het eiland werden vooral kokosnoten als buit mee genomen. Hier blijven had weinig zin en bij de volgende landing bij Semangkabaal op Sumatra werden ze gevangen genomen door de Jappen. Vandaar werden ze per trein overgebracht naar Palembang waar ze een jaar verbleven. Veel van de opvarenden zijn gedurende de oorlogsjaren in kampen om het leven gekomen.
Prachtig boek dat niet alleen over de ondergang van onze kolonie Nederlandsch Indië gaat maar ook over de ramp met het MS Poelou Bras dat door de Jappen met vliegtuigbommen naar de diepte werd gejaagd waarbij tussen de 250 en de 300 slachtoffers waren te betreuren.
Hier bij de lijst van omgekomen bemanningsleden:
P.G.Crietee: Gezagvoerder.
J.E.Hellings: Gezagvoerder.
M.A.Zwama:Gezagvoerder (Gedetacheerd als Inspecteur te Batavia.
G.Kruyt: 1e Stuurman.
A.Kettner: 2e Stuurman.
D.den Hartog: 2e Stuurman.
J.Kempff: 4e Stuurman.
Th.H.Que: Leerling stuurman.
T.C.Govers: HWTK.
J.Kort: HWTK.
H.v.d.Weg: HWTK.
P.J.de Ruyter: 2e WTK.
H.J.Putman: 3e WTK.
M.J.Muurling: 3e WTK.
W.Bakker: 4e WTK.
C.Th.Franck: Scheepsarts.
J.H.Kitz: Marconist.
J.Pethke: Bootsman.
J.Rustemeyer: Bootsman.
F.A.de Valk: Timmerman.
D.C.van Duyn: Matroos.
B.Gerritsen van der Hoop: Matroos.
Th.G.Hendriks: Matroos.
W.F.Maas: Matroos.
K.v.d.Plas: Matroos.
J.de Vet: Matroos.
P.Engelberts: Lichtmatroos.
G.F.v.d.Kort: Lichtmatroos.
W.Snijders: Lichtmatroos.
J.F.Wolf: Lichtmatroos.
L.C.Laurijssens: Magazijnmeester.
A.van Brederode: Olieman.
F.v.d.Graaf: Olieman.
L.J.v.d.Kuyl: Olieman.
J.Overeem: Handlanger.
R.Boukamp: Chef Hofmeester.
J.L.Weermeier: Kok.
K.Roggeveen: Koksmaat.
Birhasan: Bediende.
Darboes: Bediende.
Dasoeki: Bediende.
Djojo: Bediende.
Doelsenen: Bediende.
Madani: Bediende.
Marliat: Bediende.
Mohamed Moein: Bediende.
Oesin: Bediende.
Saimin: Bediende
MS Poelau Laut PQJS-PGTS 27-28 December 1928- 19 Juni 1959.
MS Poelau Laut PQJS-PGTS 27-28 December 1928- 19 Juni 1959.
Bouworder: 27 Juli 1927. NV Nederlandsche Scheepsbouw Mij., Amsterdam.
Bouwnummer: 189.
Aanbesteding: f. 4.194.612,-.
Afmetingen: 149,36 x 18,59 x 11,20 m.
Machines: Gebr.Sulzer AG, Winterthur. 2 tew 8Cil.dieselmotor.
Verm./Snelh.: 7.040 epk. 1 Schroef. 14 kn.
Type: Vrachtschip met passagiersaccommodatie.
Kiellegging: 1 September 1927.
Stapelloop: 27 Juli 1928.
Oplevering: 28 December 1928.
Het schip werd vernoemd naar het eiland Laoet in de Indische Archipel, voor de kust van Zuidoost Borneo. Het is ontworpen door Ir H.N.Prins. Ze vertrok voor haar eerste reis naar Nederlandsch Indië op 9 Januari 1929 uit Hamburg en op 18 Januari uit Amsterdam. Het schip kwam in 1940 in de Java Pacific Lijn om aanvankelijk ingezet te worden voor vervoer ten behoeve van de Britse Oorlogsindustrie. Daarom werd er in 1941 een 4 inch kanon aan boord geplaatst. In September 1942 te San Francisco verbouwd tot troepentransportschip en vertrok voor haar eerste reis op 20 October 1942 voor se United States War Shipping Administration (US WSA) naar Townsville, Cairns en Brisbane. In Januari 1943 terug te San Francisco voor verder aanpassingen Op 28 Januari 1943 vertrokken naar Espiritu Santo, Noumea, Melborne en Brisbane. Tijdens WO II meer dan 300.000 zeemijlen afgelegd merendeels in de Pacific. De laatste reis voor de US WSA begon op 13 Augustus 1945 via Perl Harbour naar Eniwetok. In November 1945 weer beschikbaar voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland, maar onderging eerst nog langdurige motorreparaties te Los Angeles, waardoor pas medio October 1946 hervatting van de dienst op Tandjoeng Priok. In 1948 weer in oude staat teruggebracht, met accommodatie voor 54 passagiers. In Maart 1959 werd ze voor de sloop verkocht naar Hong Kong aan Dah Chong Hong. Aankomst aldaar op 19 Juni 1959 waarna de MS Poulau Laut werd gesloopt.
Lekkere foto van een goed schip.
Gezondheidskaartje voor J.Cornet, Chiefsteward aan boord van het MS Poelau Laut uitgegeven in de oorlogsjaren tussen 25 Jun ’44 en 25 Feb ’45.
Klik op een afbeelding en je krijgt een groter plaatje.
MS Pieter Corneliszoon Hooft PQFV-PGSY 27-29 Augustus 1926 – 16 December 1932.
2 Dezelfde kaarten met een andere tekst.
MS Pieter Corneliszoon Hooft PQFV-PGSY 27-29 Augustus 1926 – 16 December 1932.
Bouworder: 1923. Société des Ateliers Chantiers de la Loire, St-Nazaire.
Bouwnummer: 256.
Aanbesteding: f. 8.815.000,-.
Afmetingen: 159,03 x 20,75 x 11,74 m.
Machines: 2 x Gebr. Sulzer AG, Winterthur, 2tew 8 Cil. Dieselmotoren. In 1930/31 vervangen door 2 x Gebr.Sulzer AD, Winterthur, 2tew 9 Cil. Dieselmotoren.
Verm./Snelh.: 2 x 4.000 epk, 2 Schroeven. 15,5 kn. 1928 2 x ca.4.500 epk, door verhoging toerental, 16 kn. In 1932 2x 7.000 epk, 2 Schroeven, 17,5 kn.
Kiellegging: 1923.
Stapelloop: 23 April 1925.
Van 21 tot 23 Juli 1926 proefvaart van St. Nazaire naar Amsterdam.
Oplevering: De oplevering had met grote vertraging op 27 Augustus 1927 te Amsterdam plaats.
Van 27 tot 29 Augustus 1926 proefvaart met gasten.
Eerste reis: 31 Augustus 1926 Koninginnedag van Amsterdam naar Batavia.
Door het opvoeren van het toerental van de motoren om extra snelheid te krijgen bleek onvoldoende om de dienstregeling op tijd te laten verlopen en moest er dus ingrijpend verbouwd worden. Het MS Pieter Corneliszoon Hooft van de Stoomvaart Maatschappij Nederland is op 26 Juli 1928 het eerste passagiersschip dat uitgaande gebruik maakt van de in 1926 voor de thuiskomende schepen ingestelde “Nederland Express (de treinverbinding met Genua). Op 3 December 1930 werd het schip van Amsterdam naar Rotterdam versleept om bij de NV Rotterdamsche Droogdok Maatschappij te worden verlengd met 8 meter en van 2 nieuwe diesel motoren te worden voorzien. Ook werd er een nieuwe boeg en een nieuwe schoorsteen geplaatst. Op 25 Maart 1931 was de technische proefvaarttijdens de reis van Rotterdam naar Amsterdam. De oude dieselmotoren van het MS Pieter Corneliszoon Hooft werden gebruikt voor het MS Salawati en het MS Saparoea. Op 7 April 1931 was de eerste afvaart na de verbouwing naar Java. In de nacht van 13 op 14 November 1932 raakte het schip in brand terwijl het aan de kade lag te Amsterdam. Een week lang brandde het schip en werd daar door volledig verwoest. Zelfs op 8 December laaide het vuur weer op wat ook nog een keer gebeurde op 14 Januari 1933. Het wrak werd verkocht aan Simon’s Metaalhandel NV te Pernis en werd op 16 December 1932 versleept door 4 sleepboten naar haar eind bestemming waar het op 15 December 1932 aankwam. Tijdens de sloop zonk het schip op 28 December 1932 als nog.

Mooie kaart van het MS Pieter Cornelisz Hooft uit 1933.
IJmuiden Uitgaande mailboot i/d Noordersluis (de “P.C.Hooft”).
Knipsel uit de Prins van 1926.
3 Mooie advertentie’s voor een reis met het MS P.C.Hooft van Amsterdam via Southampton en Algiers naar Genua.
Knipsel uit Het Scheepsvenster 10 September 1925. No.50.
Het nieuwe Stoomschip “Pieter Corneliszoon Hooft”van de Mij”Nederland”.
(Foutje, moet natuurlijk Motorschip zijn).
2 x IJmuiden Haven met P.C.Hooft .
Prachtige kaart uit uit 1927 van het schip in het Noord Zee Kanaal.
Prachtige oude foto van het prachtige schip
MS Pieter Cornelisz. Hooft te Sabang.
Kinderen aan boord van het MS P.C.Hooft.
Groepsfoto. 2x de zelfde groep van passagiers.
In de bakboord dienstgang.
Dezelfde advertentie met een blauwe en rode rand.
3 Prachtige advertentie’s uit November en December 1926.
Mooie menukaart van 8 Juli 1931.
Klik op een afbeelding en je krijgt een groter plaatje.
Een zelfde plaatje van dit prachtige schip.
DE BRAND!
Een pagina ” Van Eigen Erf “1932.
Nog een knipsel uit Van Eigen Erf 1932.
Nog een knipsel uit Van Eigen Erf 1932.
Bedankbrief aan de heer B.Kleyn van de Heeren De Vos & Zoon over de schade afwikkeling van de brand aan boord van het
MS Pieter Corneliszoon Hooft.
Brief uit 1984 van voormalig directielid van de SMN de heer D.A.Delprat aan de heer B.Kleyn over de brand aan boord van het MS Pieter Corneliszoon Hooft.
Hier onder de brief uitgetypt.